ISH – MonteverdISH
18-10-2011 geert | Reacties
Vorige week zaterdag ging de voorstelling MonteverdISH van het Amsterdamse gezelschap ISH in première. De titel is een verwijzing naar de componist van de opera waarop de voorstelling is gebaseerd: L’Incoronazione di Poppea (De Kroning van Poppea) van Claudio Monteverdi. ISH transformeert deze stokoude opera naar het hier en nu. Liefde, het Lot en (machts)Wellust zijn van alle tijden, immers. En er is weinig moeite voor nodig om deze grote, universele thema’s naar het hier en nu te verplaatsen.
Waar wél veel moeite voor nodig is om muziek van 400 jaar oud te combineren met een theatertaal van deze tijd. In MonteverdISH gebeurt dat moeiteloos: vier geweldige operastemmen en vier spectaculaire breakdancers spelen de karakters in koppels van steeds één danser en één zanger. De zangers verwoorden en verklanken het drama, de dansers transformeren het verhaal in beweging. De muziek van Monteverdi zelf is ook voorzien van een eigentijdse dubbelganger: Perquisite schreef extra muziek voor de voorstelling en DJ Irie is verantwoordelijk voor de beats. Subtiele Barok gecombineerd met dubstep en hiphop. Gespeeld door geweldige musici op viool, cello, luit en drums resulteert een smeltkroes van stijlen, overtuigend bij elkaar gehouden door de spanning van de dramatische lijn op het toneel.
Die dubbeling van de personages wordt fraai verbeeld door de scène aan het begin, waarbij bariton Martijn Zwitserlood al zingend door een breakdancer wordt opgetild. Samen vormen ze het karakter Seneca, lid van de Romeinse Senaat onder keizer Nero. Nero wordt –verwarrend voor onze moderne ogen en oren- gespeeld door sopraan Laura Bohn en een danser. In vroeger tijden waren de hoofdrollen in opera altijd voor de sopraanzangers en dat waren in die tijd mannen. Daarom staat in deze voorstelling dus een vrouw in de rol van Nero omdat mannelijke sopranen niet meer bestaan. De andere vrouw is Poppea, een wuft blond schepsel met een tekort aan aandacht, prachtig gezongen door Nienke Otten.
De voorstelling is snel gemonteerd, klassieke opera, hippe beats van nu en fraaie combinaties daartussen zorgen voor een steeds van kleur verschietende muziekdramatische lijn. Het verhaal van Poppea die belust is op macht en die verwerft met (schijnbare) liefde blijft overeind ondanks de grillige, fantasievolle zijwegen die regisseur Marco Gerris in is geslagen met zijn bewerking van deze opera. Gerris is daarin muzikaal bijgestaan door Romain Bischoff en Arnoud Lems van VocaalLab. De beste zijweg is wellicht de meest actuele: de scène waarbij Nero –geweldig gezongen én gedanst door Laura Bohn- op een log ritme, dreunende bassen een sinistere, militaire exercitie aanvoert die een sneer naar het Italië van Berlusconi is. Dat land, waar ooit ook de prachtige klanken van Monteverdi werden bedacht, gehoord en gewaardeerd…
Waar wél veel moeite voor nodig is om muziek van 400 jaar oud te combineren met een theatertaal van deze tijd. In MonteverdISH gebeurt dat moeiteloos: vier geweldige operastemmen en vier spectaculaire breakdancers spelen de karakters in koppels van steeds één danser en één zanger. De zangers verwoorden en verklanken het drama, de dansers transformeren het verhaal in beweging. De muziek van Monteverdi zelf is ook voorzien van een eigentijdse dubbelganger: Perquisite schreef extra muziek voor de voorstelling en DJ Irie is verantwoordelijk voor de beats. Subtiele Barok gecombineerd met dubstep en hiphop. Gespeeld door geweldige musici op viool, cello, luit en drums resulteert een smeltkroes van stijlen, overtuigend bij elkaar gehouden door de spanning van de dramatische lijn op het toneel.
Die dubbeling van de personages wordt fraai verbeeld door de scène aan het begin, waarbij bariton Martijn Zwitserlood al zingend door een breakdancer wordt opgetild. Samen vormen ze het karakter Seneca, lid van de Romeinse Senaat onder keizer Nero. Nero wordt –verwarrend voor onze moderne ogen en oren- gespeeld door sopraan Laura Bohn en een danser. In vroeger tijden waren de hoofdrollen in opera altijd voor de sopraanzangers en dat waren in die tijd mannen. Daarom staat in deze voorstelling dus een vrouw in de rol van Nero omdat mannelijke sopranen niet meer bestaan. De andere vrouw is Poppea, een wuft blond schepsel met een tekort aan aandacht, prachtig gezongen door Nienke Otten.
De voorstelling is snel gemonteerd, klassieke opera, hippe beats van nu en fraaie combinaties daartussen zorgen voor een steeds van kleur verschietende muziekdramatische lijn. Het verhaal van Poppea die belust is op macht en die verwerft met (schijnbare) liefde blijft overeind ondanks de grillige, fantasievolle zijwegen die regisseur Marco Gerris in is geslagen met zijn bewerking van deze opera. Gerris is daarin muzikaal bijgestaan door Romain Bischoff en Arnoud Lems van VocaalLab. De beste zijweg is wellicht de meest actuele: de scène waarbij Nero –geweldig gezongen én gedanst door Laura Bohn- op een log ritme, dreunende bassen een sinistere, militaire exercitie aanvoert die een sneer naar het Italië van Berlusconi is. Dat land, waar ooit ook de prachtige klanken van Monteverdi werden bedacht, gehoord en gewaardeerd…