Just for One Day
Just for one day was de titel van een samenwerkingsverband van Yo! Opera met Springdance, de Utrechtse organisatie die jaarlijks een internationaal dansfestival organiseerde. Yo! Opera had altijd al de ambitie om haar eigen discipline naast anderen te plaatsen. Om geïnspireerd te raken en te inspireren. Om op zoek te gaan naar overeenkomsten en verschillen en te onderzoeken, deels uit nieuwsgierigheid en deels uit de overtuiging dat het maken van kunst in haar diepste wezen één vak is dat in velerlei vormen tot uitdrukking kan worden gebracht.
Met Just for one day brachten Springdance en Yo! Opera drie choreografen samen met drie componisten met als opdracht hun disciplines te combineren en -in een collectief maakproces- de grenzen van elkaars werk te onderzoeken. Zingen en dansen zijn de twee oudste manieren van expressie die de mens rijk is: de simultane ontwikkeling van ideeën door haar beoefenaars en de daarmee verwante noodzaak om in elkaars taal te communiceren, werd door zowel Yo! Opera als Springdance als interessant beschouwd. Als verbindend thema tussen de disciplines en tussen de drie afzonderlijk werkende duo's werd het thema 'jonge held' aangedragen.
Drie duo's werden geformeerd: Nora Heilmann/Paul Oomen, Inari Salmivaara/Thomas Myrmel en Andre Gingras/Zbigniew Wolny togen aan de slag met de opdracht, formeerden een cast van enkele zangers en enkele dansers en startten een kort, maar intensief werkproces. Hoewel het een onderzoeksopdracht betrof, was het expliciet de bedoeling om het resultaat -drie presentaties van elk een kwartier- publiekelijk te presenteren.
Choreograaf Nora Heilmann en componist Paul Oomen kozen een technisch en fysiek uitgangspunt: een onderzoek naar beweging op basis van adem, daarmee een hechte doch complexe materie aanborend die zeer dicht bij de origine van zingen zowel als bewegen zit. Inara Salmivaara en Thomas Myrmel werkten directer vanuit het aangeboden thema: de jonge held. Vanuit het idee dat een held alleen een held is wanneer zijn of haar omgeving dat vaststelt, ontwikkelden ze een even lichtvoetig als treffend werk, waarin een zanger en een danser elkaars bezigheden uitdaagden, fragmenteerden en op die wijze alleen tesamen een soort van heldendom realiseerden. De 'tussenruimte' tussen zang en dans, stem en beweging, werd op even naïeve als aanstekelijke wijze verkend en leverde een volstrekt ander resultaat op dan dat van hun collega's. De benadering van André Gingras en Zbigniew Wolny was aardser en meer gericht op het realiseren van een narratief, vertolkt door de twee samenstellende disciplines. De focus lag op wat de invloed van de context van een 'held' op dat heldendom is. Wie bepaalt dat en in welke situatie is iemand een held? En hoe 'echt' is een held? Het resultaat van dit onderzoek kwam het dichtst bij een 'voorstelling' in de gebruikelijke zin van het woord.
De drie presentaties kregen een plek op Springdance 2006 en het Kameropera Festival in Zwolle in datzelfde jaar. De presentatie van Inaari Salmivaara en Thomas Myrmel werd herhaald op het Yo! Opera Festival van 2007. Het onderzoek was voor alle betrokkenen een stevige confrontatie met het denken buiten hun eigen discpline, maar bracht tegelijkertijd waardevolle inzichten op hun eigen mètier.
Met Just for one day brachten Springdance en Yo! Opera drie choreografen samen met drie componisten met als opdracht hun disciplines te combineren en -in een collectief maakproces- de grenzen van elkaars werk te onderzoeken. Zingen en dansen zijn de twee oudste manieren van expressie die de mens rijk is: de simultane ontwikkeling van ideeën door haar beoefenaars en de daarmee verwante noodzaak om in elkaars taal te communiceren, werd door zowel Yo! Opera als Springdance als interessant beschouwd. Als verbindend thema tussen de disciplines en tussen de drie afzonderlijk werkende duo's werd het thema 'jonge held' aangedragen.
Drie duo's werden geformeerd: Nora Heilmann/Paul Oomen, Inari Salmivaara/Thomas Myrmel en Andre Gingras/Zbigniew Wolny togen aan de slag met de opdracht, formeerden een cast van enkele zangers en enkele dansers en startten een kort, maar intensief werkproces. Hoewel het een onderzoeksopdracht betrof, was het expliciet de bedoeling om het resultaat -drie presentaties van elk een kwartier- publiekelijk te presenteren.
Choreograaf Nora Heilmann en componist Paul Oomen kozen een technisch en fysiek uitgangspunt: een onderzoek naar beweging op basis van adem, daarmee een hechte doch complexe materie aanborend die zeer dicht bij de origine van zingen zowel als bewegen zit. Inara Salmivaara en Thomas Myrmel werkten directer vanuit het aangeboden thema: de jonge held. Vanuit het idee dat een held alleen een held is wanneer zijn of haar omgeving dat vaststelt, ontwikkelden ze een even lichtvoetig als treffend werk, waarin een zanger en een danser elkaars bezigheden uitdaagden, fragmenteerden en op die wijze alleen tesamen een soort van heldendom realiseerden. De 'tussenruimte' tussen zang en dans, stem en beweging, werd op even naïeve als aanstekelijke wijze verkend en leverde een volstrekt ander resultaat op dan dat van hun collega's. De benadering van André Gingras en Zbigniew Wolny was aardser en meer gericht op het realiseren van een narratief, vertolkt door de twee samenstellende disciplines. De focus lag op wat de invloed van de context van een 'held' op dat heldendom is. Wie bepaalt dat en in welke situatie is iemand een held? En hoe 'echt' is een held? Het resultaat van dit onderzoek kwam het dichtst bij een 'voorstelling' in de gebruikelijke zin van het woord.
De drie presentaties kregen een plek op Springdance 2006 en het Kameropera Festival in Zwolle in datzelfde jaar. De presentatie van Inaari Salmivaara en Thomas Myrmel werd herhaald op het Yo! Opera Festival van 2007. Het onderzoek was voor alle betrokkenen een stevige confrontatie met het denken buiten hun eigen discpline, maar bracht tegelijkertijd waardevolle inzichten op hun eigen mètier.