Waarom Yo! Opera?
Bariton Anthony Heidweiller studeerde aan het Utrechts Conservatorium en startte in 1998 de organisatie Buffo Operamakers. Met deze kleine, enthousiaste groep maakte hij onder meer de succesvolle jongerenvoorstelling Hot Hands, een basketballopera en speelde op tal van plekken in Nederland en Vlaanderen. Zo belandde hij op het Tweetaktfestival in Antwerpen waar hij voor het eerst de kwaliteit en diversiteit van het jeugdtheater beleefde. Het inspireerde hem om iets soortgelijks te starten voor de jeugdopera, een nog redelijk onontgonnen terrein. Vanuit de voorliefde voor opera en zingen, wilde Anthony een brug bouwen tussen de operawereld en een jonge doelgroep.
Toen in 1999 Henk Scholten als directeur aantrad van de Stadsschouwburg in Anthony's woonplaats Utrecht, sprak hij met vertegenwoordigers van alle gezelschappen in de stad. Op de vraag aan Anthony wat zijn droom was, antwoordde deze: 'een jeugdoperafestival maken'. Henk Scholten was enthousiast en liet Anthony weten dat hij hem daarbij wilde helpen: de basis voor het Yo! Opera Festival was gelegd. Samen met festivalproducent Saskia van de Ree bouwde Anthony aan een organisatie, eerst nog onder de paraplu van de Utrechtse Stadsschouwburg, die een tweejaarlijks podium wilde bieden aan wat er nationaal én internationaal te vinden was op het gebied van jeugdopera. Een kritische blik op het repertoire en het delen van ervaringen met zowel publiek als relevante professionals moest een impuls geven aan de verbetering van de kwaliteit van het prille genre.
Belangrijkste streven vanaf de start was het verbeteren van de kwaliteit van jeugdopera. Jeugdopera als genre stond in de kinderschoenen; op een enkel origineel werk na bestond het repertoire vooral uit adaptaties van bestaande werk. Mozart, Verdi en Wagner 'op kniehoogte' zogezegd. Vanaf het begin is één van de doelen van de organisatie de ontwikkeling en presentatie van nieuw repertoire voor kinderen en jongeren. Repertoire dat niet als ultiem doel heeft de 'grote' opera begrijpelijk of inzichtelijk te maken, maar functioneert als een eigen, zelfstandig genre. Analoog aan het bestaan van kinderboeken, jeugdfilms of jeugdtheater, wilde Yo! Opera zich ontplooien tot de operavariant van de Kinderboekenweek, Cinekid of het Tweetakt Festival.
Tijdens de totstandkoming van het eerste festival bleek als snel dat repertoire-ontwikkeling impliceerde dat er ook mensen moesten zijn die dat tot stand kunnen brengen. Als belangrijk tweede doel werd daarom talentontwikkeling onderscheiden: de scholing van operamakers -zangers, regisseurs, componisten- groeide al snel uit tot een belangrijk speerpunt in het beleid van Yo! Opera. Zo werden de contacten met het Nederlandse kunstvakonderwijs aangehaald om de zoektocht naar avontuurlijke mensen meer onder de aandacht te brengen, workshops georganiseerd voor zangers om hen voor te bereiden op het werken voor een jonge doelgroep en toog de organisatie de landsgrenzen over om hun missie een internationale statuur te geven. Het resultaat was het eerste Yo! Opera Festival van 2001, waar onderscheidend programma, workshops én een internationale conferentie waar alle voor jeugdopera relevante subdisciplines en thema's aan de orde kwamen met sprekers en gasten uit binnen- en buitenland.
Toen in 1999 Henk Scholten als directeur aantrad van de Stadsschouwburg in Anthony's woonplaats Utrecht, sprak hij met vertegenwoordigers van alle gezelschappen in de stad. Op de vraag aan Anthony wat zijn droom was, antwoordde deze: 'een jeugdoperafestival maken'. Henk Scholten was enthousiast en liet Anthony weten dat hij hem daarbij wilde helpen: de basis voor het Yo! Opera Festival was gelegd. Samen met festivalproducent Saskia van de Ree bouwde Anthony aan een organisatie, eerst nog onder de paraplu van de Utrechtse Stadsschouwburg, die een tweejaarlijks podium wilde bieden aan wat er nationaal én internationaal te vinden was op het gebied van jeugdopera. Een kritische blik op het repertoire en het delen van ervaringen met zowel publiek als relevante professionals moest een impuls geven aan de verbetering van de kwaliteit van het prille genre.
Belangrijkste streven vanaf de start was het verbeteren van de kwaliteit van jeugdopera. Jeugdopera als genre stond in de kinderschoenen; op een enkel origineel werk na bestond het repertoire vooral uit adaptaties van bestaande werk. Mozart, Verdi en Wagner 'op kniehoogte' zogezegd. Vanaf het begin is één van de doelen van de organisatie de ontwikkeling en presentatie van nieuw repertoire voor kinderen en jongeren. Repertoire dat niet als ultiem doel heeft de 'grote' opera begrijpelijk of inzichtelijk te maken, maar functioneert als een eigen, zelfstandig genre. Analoog aan het bestaan van kinderboeken, jeugdfilms of jeugdtheater, wilde Yo! Opera zich ontplooien tot de operavariant van de Kinderboekenweek, Cinekid of het Tweetakt Festival.
Tijdens de totstandkoming van het eerste festival bleek als snel dat repertoire-ontwikkeling impliceerde dat er ook mensen moesten zijn die dat tot stand kunnen brengen. Als belangrijk tweede doel werd daarom talentontwikkeling onderscheiden: de scholing van operamakers -zangers, regisseurs, componisten- groeide al snel uit tot een belangrijk speerpunt in het beleid van Yo! Opera. Zo werden de contacten met het Nederlandse kunstvakonderwijs aangehaald om de zoektocht naar avontuurlijke mensen meer onder de aandacht te brengen, workshops georganiseerd voor zangers om hen voor te bereiden op het werken voor een jonge doelgroep en toog de organisatie de landsgrenzen over om hun missie een internationale statuur te geven. Het resultaat was het eerste Yo! Opera Festival van 2001, waar onderscheidend programma, workshops én een internationale conferentie waar alle voor jeugdopera relevante subdisciplines en thema's aan de orde kwamen met sprekers en gasten uit binnen- en buitenland.