Educatie

Yo! Opera en educatie: het belang van contact

Zoals in alle kunstdisciplines wordt ook in de operahuizen educatie verricht. Met behulp van een voortraject en voorstellingsbezoek worden kinderen en jongeren geïntroduceerd in de wereld van opera. Een wereld die in de afgelopen decennia steeds verder af is komen te staan van de reguliere belevingswereld van kinderen. Opera wordt door kinderen doorgaans gezien als een pretentieuze gebeurtenis, waarbij dikke, hysterisch gillende dames met matig acteertalent de hoofdrol vervullen in een onbegrijpelijk verhaal uit lang vervlogen tijden. Dat is een stereotype, uiteraard, maar wel een vrij hardnekkig stereotype. Veel educatiemedewerkers in de opera worden geconfronteerd met deze 'basiskennis' over het genre. Educatie in de opera -Wagner of Verdi 'op kniehoogte' uitleggen aan kinderen of jongeren- is daarom bepaald geen gemakkelijk vak. Daarnaast is het in de traditionele operawereld ook niet echt een speerpunt; vaak ligt educatie in het verlengde van marketing en is het eigenlijke doel het werven van nieuw publiek.

Het bevorderen van de kwaliteit van het genre van de jeugdopera zoals Yo! Opera dat voor ogen had, impliceert veel aandacht voor educatie. Maar doordat het opera's betreft die gemaakt zijn om de belevingswereld van kinderen te raken, kan dergelijke educatie voorbijgaan aan enkele van de lastige obstakels die hierboven zijn benoemd. Het accent ligt daarmee meer op het 'meevoeren' van kinderen naar die bijzondere kunstdiscipline dan naar het verklaren van al te complexe muzikale, beeldende of tekstuele taal die haar tot stand brengt.

Vanaf het begin werkte Yo! Opera naast een meer traditionele opvatting van educatie (een voortraject met voorstellingsbezoek tijdens het festival) ook met participatieve vormen. De ervaring van zelf zingen, alleen of in een ensemble, is voor veel kinderen wellicht een stap, maar wel één waartoe ze zijn te verleiden. In de eerste festivals was er daarom steeds een open podium: een plek waar kinderen en jongeren (die een stuk minder makkelijk zijn te verleiden zich vocaal bloot te geven) hun eigen (favoriete) muziek kunnen zingen. Ook werden in de eerste jaren van het Yo! Opera Festival projecten gerealiseerd waarbij kinderen met enige voorbereiding deel uitmaken van een voorstelling, zingend en acterend. Veelal betrof het educatieprojecten met een korte looptijd, gerealiseerd in samenwerking met één of enkele schoolklassen. Bedelaartjes is een bestaand concept dat in 2003 en in 2005 door kinderen werd uitgevoerd in het kader van de festivaledities van die jaren.

Yo! Opera realiseerde zich al snel dat om kinderen en zeker jongeren écht te interesseren voor het operagenre, het contact met hen intensiever, krachtiger en vooral langer moest zijn. De aandacht ging daarom vanaf 2004 steeds meer uit naar projecten met een langere looptijd en waar participatie moest leiden tot een aanwijsbaar, creatief aandeel van de kinderen in een voorstelling of presentatie. Hiervoor was het noodzakelijk dat er goed opgeleidde mensen de klas ingingen om met kinderen te werken: de reguliere educatiemedewerker die een verhaal vertelt, voldeed niet. Dit gaf uiteraard ook een nieuwe impuls aan de talentontwikkeling van studenten uit het kunstvakonderwijs, een ander speerpunt van Yo! Opera.

Met het omarmen van community art in 2004 (Opera uit het Hart) openden zich geheel nieuwe perspectieven op educatie. Participatie werd een uitgangspunt in de projecten van Yo! Opera. Kinderen werden librettist van mini-opera's. Een procedé dat nog vaak herhaald zou worden na die tijd, onder meer met De Operaflat en Grensgevallen. Dichters en schrijvers gingen de klas in om met kinderen verhalen, poezië of songteksten te maken. In Water, een project met de jonge componisten Paul Oomen en Matthias Konecny op een rioolwaterzuiveringsinstallatie in 2005, acteren 50 kinderen van de Rietendakschool. Water maakt deel uit van het programma van Tweetakt, het theaterfestival voor kinderen en jongeren dat jaarlijks in Utrecht plaatsvindt.

Vanaf dat moment krijgen de communityprojecten van Yo! Opera een stevig kader door de creatieve partnerschappen die worden opgezet met het Globe College in Kanaleneiland en de Rietendakschool in Ondiep. Yo! Opera is vanaf 2006 permanent aanwezig op deze scholen en verzorgt een deel van het onderwijs, gericht op muziek, schrijven en andere kunstvormen. De resultaten van deze samenwerking worden gepresenteerd op verschillende podia: het Yo! Opera Festival, het minifestival Jong Vee van het Lab van de Berenkuil (waar de productie Kuil staat) en andere platforms. Overigens heeft de Gemeente Utrecht naar het voorbeeld van Yo! Opera het idee van creatieve partnerschappen overgenomen; sinds 2007 stimuleert de gemeente culturele instellingen en scholen dergelijke langdurige verbindingen.

Yo! Opera hanteerde vanaf dat moment opera als een containerbegrip: alle samenstellende disciplines (muziek, tekst, beeld, décor, video etc) kunnen worden aangewend om kinderen en jongeren in te laten participeren. Afhankelijk van de wens van de school, de kinderen zelf en de opties die een project biedt, werd ruimte gecreëerd om deze participatie vorm te geven. In de werkplaats die Yo! Opera vanaf 2005 feitelijk was, werden kinderen aangesproken als ‘operamaker’. Wederzijdse inspiratie tussen professionele operamakers en kinderen kwam centraal te staan en sociale en artistieke doelstellingen gingen hand in hand. De ontwikkeling van methodologie op educatiegebied kreeg veel aandacht; met name door de aanwezigheid van de onderzoekers die -vanuit verschillende perspectieven- het werk van Yo! Opera volgen en daarop reflecteren. De wijze waarop Yo! Opera VMBO jongeren met kunstenaars en docenten samen creativiteit wilden exploreren, was interessant voor de ontwikkeling van dit nog jonge schooltype. Termen als co-eigenaarschap, dynamiek in de klas en activerende werkvormen werden gemeengoed in het educatiebeleid van Yo! Opera. Yo! Opera zelf leert van het werken op het Globe College het belang van een focus op iets wat heel eenvoudig lijkt, maar erg moeilijk kan zijn: contact leggen. Contact leggen is meer dan communicatie of een gesprek organiseren. Contact maken en behouden vereist een werkelijk wederzijds inzicht en respect voor elkaars drijfveren, achtergronden en wensen. Zonder contact geen communicatie en zonder communicatie geen kunst.

Dat het werk van Yo! Opera opviel, blijkt onder meer uit de omvangrijke opdracht die zij in 2008 ontvangt van De Nederlandse Opera. Dit project is gepositioneerd rondom de opera Marco Polo van Tan Dun die door DNO wordt gespeeld. De leiding van het project is in handen van Anthony Heidweiller en Saskia van de Ree, die ook enkele freelancers van Yo! Opera inzetten. Educatie speelt -naast talentontwikkeling en communitywerk een grote rol: tal van middelbare scholen uit Amsterdam namen deel aan het project. In 2008 mag Yo! Opera trots de Prijs voor Kunst- en Cultuureducatie 2008 van het Prins Bernhard Cultuurfonds in ontvangst nemen omdat 'zij er in geslaagd is zowel nationaal als internationaal jeugdopera op de kaart te zetten'.

De participerende vormen die Yo! Opera heeft ontwikkeld, worden in de laatste jaren van de organisatie verder uitgewerkt en verfijnd. In 2009 wordt het festival opgeluisterd door Grensgevallen, een ambitieus project waarvoor 10 jongeren uit Utrecht en Berlijn de libretti verzorgen met als thema de val van de Berlijnse muur 20 jaar eerder. In het voorjaar van 2010 wordt het partnerschap van Yo! Opera met de Rietendakschool afgesloten met het project Troubadours van Ondiep. Het ontwikkelde kunstprofiel van de school wordt vanaf dan gecontinueerd door een cultuurcoach, ondersteund door het Utrechts Centrum voor de Kunsten, de Brede School Ondiep en het Muziekhuis Utrecht.

Wanneer in de loop van 2011 duidelijk wordt dat Yo! Opera haar deuren zal sluiten, wordt het partnerschap met het Globe College veilig gesteld door het betrekken van andere culturele organisaties. Het belang van 'contact' als noodzakelijke start voor het realiseren van kunst krijgt een stevige plek in de wijze waarop het laatste Yo! Opera Festival wordt vormgegeven. Alle, meest jonge, makers die zich daar presenteren, worden uitdrukkelijk meegenomen in een maakproces waarin de vraag 'wie is mijn publiek?' centraal staat. Het concept van het festival is volledig gericht op het leggen van contact met haar bezoekers. Daarnaast kregen jongeren van verschillende middelbare scholen uit Utrecht de kans een bijdrage te leveren aan de programmering, ondersteund door coaching. Daarbij was alle ruimte voor hun eigen creativiteit en stond de professional aan de zijlijn voor advies en hulp.